Смекни!
smekni.com

De Macht Der Schoonheid Essay Research Paper

De Macht Der Schoonheid Essay, Research Paper

DE MACHT DER SCHOONHEID

Inleiding

Schoonheid speelt al sinds mensenheugenis een belangrijke rol in het dagelijks leven van de mens. Van kinds af aan krijgt men op verscheidene manieren de normen en waarden mee over het begrip. Er zijn zelfs algemene opvattingen en richtlijnen over schoonheid, die het mogelijk maken een grens te trekken tussen mooi en lelijk. Deze opvattingen zijn meestal wel tijdsgebonden, afhankelijk van cultuur en ook per persoon verschillend. Toch is in de meeste gevallen binnen een zelfde cultuur, de meerderheid het met elkaar eens of iets mooi of lelijk is. Dat geldt met name ook voor de uiterlijke schoonheid van een persoon.

De algemene opvattingen, die bepalen of een persoon knap of lelijk is, kunnen leiden tot stereotypering: een persoon kan volgens de meerderheid mooi of lelijk zijn, of er een beetje tussenin zitten en dat brengt voor de desbetreffende ook meteen andere persoonlijkheidseigenschappen met zich mee. Bijvoorbeeld dat een knap persoon, sneller dan een onaantrekkelijk iemand, ook aardiger of intelligenter wordt gevonden. Dat heeft weer tot gevolg dat personen die verschillen in aantrekkelijkheid, ook verschillend worden behandeld door anderen. Vrijwel iedereen heeft wel eens opgemerkt dat fysiek aantrekkelijke mensen af en toe meer voordelen genieten in het dagelijks leven, dan hun minder bedeelde medemens. Een aantrekkelijk iemand krijgt bijvoorbeeld meer aandacht van anderen, wordt met meer respect behandeld of krijgt zelfs eerder hulp geboden in een lastige situatie.

Het idee dat mensen voordeel genieten of nadeel ondervinden naar aanleiding van hun uiterlijk, lijkt voor velen oneerlijk en onrechtvaardig. Schoonheid zou een machtig wapen kunnen zijn in het dagelijks leven, om makkelijker bepaalde doelstellingen te bereiken. In deze paper zal er dan ook worden nagegaan of er een daadwerkelijk verband is tussen het bezitten van schoonheid en het toegeschreven krijgen van bepaalde positieve eigenschappen. Vervolgens zal er worden gekeken naar de gevolgen die dat met zich meebrengt en wat de eventuele verklaringen zouden kunnen zijn voor het fenomeen. De vraagstelling van deze paper luidt dus: is er een verband tussen fysieke aantrekkelijkheid en het toekennen van positieve eigenschappen door anderen en zo ja, wat zijn de gevolgen ervan en wat zouden eventuele verklaringen voor het fenomeen zijn?

Om de vraagstelling te kunnen beantwoorden zal de indeling van de paper er als volgt uit zien. In de eerste paragraaf zal er aan de hand van een aantal onderzoeken worden gekeken naar het verband tussen fysieke aantrekkelijkheid en het toekennen van positieve eigenschappen aan een persoon. In de tweede paragraaf zal er worden gekeken naar een aantal gevolgen van het fenomeen. Hiervoor zullen ook een aantal onderzoeken worden aangehaald. In de derde paragraaf zal er worden gezocht naar factoren die het fenomeen zouden kunnen verklaren. Ten slotte zal het geheel nog worden nabesproken en ge?valueerd in de conclusie.

Fysieke aantrekkelijkheid en attributie

In deze paragraaf staat de vraag centraal, wat het verband is tussen fysieke aantrekkelijkheid en de attributie (het toekennen van bepaalde kenmerken en eigenschappen aan een persoon) van positieve eigenschappen of persoonlijkheidskenmerken door anderen. Deze vraag zal met behulp van de volgende onderzoeken worden beantwoord.

Het eerste experiment betreft dat van Dion, Bersheid en Walster (1972), waarin werd onderzocht of stereotypering op basis van iemand zijn fysieke aantrekkelijkheid voorkomt. Zowel mannen als vrouwen kregen drie foto?s te zien van hetzij mannen, hetzij vrouwen die in aantrekkelijkheid varieerden, zogenaamd om te onderzoeken hoe precies hun waarneming van de personen op de foto?s was. De personen op de foto?s moesten op een groot aantal aspecten beoordeeld worden. Er werd gevonden dat, ongeacht het geslacht van de beoordelaar of dat van de persoon op de foto, aan fysiek aantrekkelijke personen veel meer sociaalwenselijke kenmerken werden toegekend. Hierbij moet men vooral denken aan eigenschappen als gevoeligheid, aardig in de omgang, sociaal en interessant. Ook werd hen een betere toekomst voorspeld, een beter huwelijksleven en een beroep met een hoge status.

Uit dit onderzoek blijkt dus dat mensen geneigd zijn zich op basis van fysieke aantrekkelijkheid, een mening te vormen over bepaalde karaktertrekken van een persoon.

Een vergelijkbaar experiment dat van belang is in deze paragraaf, is dat van Miller (1970), waarin de invloed van fysieke aantrekkelijkheid op het vormen van een eerste indruk van een persoon werd onderzocht. Dit experiment is qua methode vergelijkbaar met dat van Dion et al. (1972) en de resultaten van zijn onderzoek zijn dan ook meer een toevoeging op het voorgaande experiment. Miller kwam tot de conclusie dat fysiek aantrekkelijke mensen duidelijk assertiever en minder onzeker worden gevonden dan onaantrekkelijke mensen.

Een derde interessant onderzoek, is eveneens van Dion, maar betreft een ander experiment namelijk: Dion (1973), waarin werd gevonden dat het vooroordeel dat met fysieke aantrekkelijkheid gepaard gaat, reeds bij jonge kinderen aanwezig is. Driejarige kinderen zijn al geneigd om negatief gedrag als agressie en onvriendelijkheid, kenmerkender te vinden voor lelijke kinderen dan voor mooie kinderen.

Naar aanleiding van de hierboven genoemde onderzoeken kan men duidelijk zien dat er een verband is tussen de fysieke aantrekkelijkheid van een individu en de attributie van positieve en sociaalwenselijke eigenschappen aan die persoon. Het laatste onderzoek laat zelfs zien dat het vooroordeel van ?wat mooi is, is ook goed of beter?, al van jongs af aan een rol speelt. Concluderend kan men zeggen dat aantrekkelijkheid zeker invloed heeft op de indruk die men bij anderen achter laat en dat het zelfs leidt tot positieve stereotypering. Dit brengt vanzelfsprekend ook gevolgen met zich mee.

Fysieke aantrekkelijkheid en de gevolgen

In deze paragraaf zal getracht worden een duidelijk en overzichtelijk beeld te geven van een aantal consequenties, die de hierboven behandelde stereotypering tot stand kan brengen. De mogelijke gevolgen zullen besproken worden en met behulp van een aantal interessante onderzoeken en voorbeelden, beter ge?llustreerd worden.

Een eerste gevolg is dat gedrag van aantrekkelijke mensen anders, namelijk positiever, ge?nterpreteerd wordt dan het gedrag van fysiek onaantrekkelijken. Gedrag wordt sneller goed beoordeeld, omdat men er sowieso al van uit gaat dat de persoon ?betere? eigenschappen bezit dan iemand anders. Bovendien gedragen mensen zich daardoor vaak positiever tegenover een aantrekkelijk persoon. Dat kan van invloed zijn in werksituaties, bijvoorbeeld in sollicitatiegesprekken en op school, maar het is tevens van invloed als een aantrekkelijk iemand in moeilijkheden is geraakt. Voorbeelden daarvan zijn als iemand pech heeft en met de auto ergens stil staat, of als iemand verdwaald is en de weg aan iemand moeten vragen. Dan blijkt dat aantrekkelijke mensen eerder en beter worden geholpen dan minder aantrekkelijke mensen. Dit zijn minder ernstige zaken, maar het fenomeen kan ook gevolgen hebben bij ernstigere problemen, zoals bijvoorbeeld een rechtszaak.

Een onderzoek dat daar een goed voorbeeld van geeft is dat van Efran (1974), waarin de proefpersonen een (hypothetische) juridische zaak moesten beoordelen. De proefpersonen kregen verscheidene rechtszaken op papier te zien, met een foto van hetzij een aantrekkelijke, hetzij een onaantrekkelijke verdachte. Er moest beoordeeld worden of de verdachte schuldig was en zo ja, wat voor straf er gegeven moest worden. Uit dit onderzoek bleek dat fysiek aantrekkelijke verdachten minder vaak schuldig werden bevonden dan de minder aantrekkelijke verdachten. Bovendien lieten de resultaten ook zien dat als een aantrekkelijke verdachte schuldig bevonden werd, de proefpersoon minder zeker van zijn zaak was en een minder zware straf pleitte. Hieruit kan men afleiden dat fysieke aantrekkelijkheid een beslissende rol kan spelen bij het oplossen van ernstige problemen.

Een tweede en eveneens belangrijk gevolg dat eerder op de langere termijn zichtbaar wordt, betreft een wisselwerking tussen het gedrag dat men naar een aantrekkelijk iemand toe vertoond en het gedrag dat men terugkrijgt. Door het verwachten van positief gedrag en het daarmee samengaan van positiever gedrag jegens aantrekkelijke personen, kan men ook positiever gedrag van de aantrekkelijke mens in de hand werken. Dus als iemand verschillende personen verschillend benadert en behandeld, zullen die personen zich ook verschillend naar diegene toe gedragen. Voorbeelden hiervan zijn de verwachtingen van ouders en leraren ten aanzien van een kind. Die verwachtingen roepen al snel bepaald gedrag op bij een kind.

Stephan en Langlois (1984) hielden een experiment waarbij ze een aantal volwassenen foto?s lieten zien van ?mooie? en ?lelijke? babies. De proefpersonen moesten de babies op zowel aantrekkelijkheid als op karakter beoordelen. Uit de resultaten blijkt dat er een duidelijke attributie van positieve eigenschappen is ten aanzien van de meer aantrekkelijke babies. Dat heeft tot gevolg dat reeds vanaf de geboorte van een kind, de aantrekkelijkheid ervan een belangrijke rol speelt in de verwachtingen van een ouder. Deze verwachtingen bepalen voor een groot deel het gedrag van ouders, dat weer voor een groot deel het gedrag van een kind zal determineren. Op die manier heeft de aantrekkelijkheid van een persoon al van kinds af aan een invloed op zijn eigen gedrag.

Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat het met schoonheid gepaard gaande vooroordeel, een aantal belangrijke en beslissende gevolgen met zich meebrengt. Ten eerste het direct constateerbare gevolg dat aantrekkelijkheid heeft, op de interpretatie van het gedrag van zo?n persoon en het gedrag van anderen naar diegene toe. Dit komt tot uiting in bijvoorbeeld werksituaties of als een persoon in moeilijkheden verkeert. Het tweede gevolg is meer een gevolg van het eerste, namelijk dat het verschil in gedrag naar mensen toe, een zekere mate van invloed heeft op het gedrag dat die personen gaan vertonen. Anders geformuleerd: aantrekkelijkheid schept, door de attributie van positieve eigenschappen, bepaalde verwachtingen die samengaan met positief gedrag naar de aantrekkelijke toe, dat weer van invloed is op het gedrag van die aantrekkelijke zelf. Schoonheid is in dit geval niet alleen van invloed op het gedrag van anderen, maar indirect ook op het gedrag van de aantrekkelijke.

Nu er een beeld is gegeven van de gevolgen die het vooroordeel met zich meebrengt, is het van belang om te kijken naar de eventuele oorzaken ervan.

Verklaringen voor het fenomeen

Tot zover is het verband tussen fysieke aantrekkelijkheid en de attributie van eigenschappen bekeken: schoonheid is van invloed op het toekennen van positieve eigenschappen. Vervolgens is er een beeld geschetst van de consequenties die dit vooroordeel veroorzaakt. De volgende stap is het zoeken naar een verklaring. In deze paragraaf zullen twee verklaringen behandeld en ge?valueerd worden.

Een mogelijkheid is dat een individu gedurende zijn socialisatieproces leert om personen die in fysieke aantrekkelijkheid verschillen, daadwerkelijk verschillend te evalueren. Vanuit dit perspectief gezien, spelen de mensen waarmee men veel omgaat, zoals ouders, vrienden en leraren, een zeer belangrijke rol. Die hebben namelijk, volgens deze visie, veel invloed op het aanleren van wat fysieke aantrekkelijkheid inhoudt en welke eigenschappen daarmee verder gepaard zouden gaan. Het al eerder genoemde onderzoek van Stephan en Langlois (1984), laat zien dat volwassenen naar aanleiding van de aantrekkelijkheid van een kind, ook bepaalde verwachtingen ervan hebben. Er is gebleken dat een kind op die manier inderdaad al op jonge leeftijd, een vooroordeel aanleert in het voordeel van aantrekkelijke mensen. Een ander aspect dat invloed heeft tijdens het socialisatieproces is de media. Boeken, televisie, films en tijdschriften geven duidelijk signalen af, waarin schoonheid een eigenschap zou zijn die met andere deugden gepaard gaat.

Deze visie, gebaseerd op de theorie van het socialisatieproces, verklaart eigenlijk maar een deel van het fenomeen. Het geeft een goed beeld van de manier waarop het fenomeen doorgegeven en in stand gehouden wordt, maar legt nog steeds niet uit waar het vooroordeel vandaan komt.

Een andere visie bekijkt het fenomeen vanuit een cognitief perspectief. Bij deze verklaring wordt de nadruk gelegd op de rol die cognitieve processen spelen in het denken van de mens. Een van die processen is het categoriseren van kenmerken. Het is handig en snel voor het dagelijks nemen van beslissingen, om alles en iedereen in categorie?n onder te brengen. Men zou dus de uiterlijke kenmerken van iemand gebruiken om de persoon in een bepaalde categorie onder te kunnen brengen. De tendens om verschillen in uiterlijk ook aan verschillende eigenschappen te koppelen, komt voort uit dit categorisatieproces. Doordat men een persoon in een categorie wil onderbrengen, is men geneigd de uiterlijke verschillen te koppelen aan een verschillend karakter. Het uiterlijk heeft vanuit deze visie de functie van een aanwijzing, voor het onderbrengen van een persoon in een categorie met een bepaald karakter.

Deze theorie laat niet alleen zien hoe het vooroordeel in stand wordt gehouden, maar geeft ook een goede verklaring voor de oorsprong ervan.

Het ontstaan van het stereotype is verklaard door middel van de twee hierboven beschreven theorie?n. De een bekijkt het fenomeen vanuit een socialisatieproces, waarin de sociale factoren voor het vooroordeel van belang zijn. De ander verklaart het vooroordeel vanuit een cognitief perspectief, waarin categorisatie de aanleiding en instandhouding ervan is.

Hoewel de gegeven verklaringen duidelijk van elkaar verschillen, is het verstandig ze niet los van elkaar zien. De cognitieve visie verklaart wel het gehele fenomeen, maar bekijkt het probleem toch te eenzijdig. Zelfs al geeft de eerste verklaring geen duidelijke oorsprong van het stereotype, is de invloed van het socialisatieproces zeker niet verwaarloosbaar. Het ene sluit het andere dus niet uit, waardoor men de verschillende verklaringen juist als complementair aan elkaar kan zien.

Conclusie

Om de vraag te beantwoorden of er een verband bestaat tussen fysieke aantrekkelijkheid en het toekennen van positieve eigenschappen, is er in de eerste paragraaf gekeken naar een aantal onderzoeken. Uit deze onderzoeken blijkt dat er wel degelijk een verband is, dat zelfs tot een vooroordeel heeft geleid. Dit vooroordeel betreft het ?wat mooi is, is goed? principe, waarmee mensen de schoonheid van een bepaald persoon koppelen aan andere deugden. Ook is er gevonden dat dit vooroordeel al van jongs af aan een rol vertegenwoordigt in het beoordelen van mensen.

Vervolgens is er een beeld geschetst van de consequenties die het fenomeen met zich meebrengt. Deze gevolgen zijn onder te verdelen in direct merkbare gevolgen, zoals bijvoorbeeld in een sollicitatiegesprek of in een noodsituatie en de minder snel constateerbare gevolgen, die schoonheid op de bezitter zelf heeft.

Ten slotte zijn er nog twee verklaringen behandeld voor het feit dat de mens schoonheid aan andere positieve eigenschappen lijmt. De eerste visie bekijkt het fenomeen vanuit een socialisatieprincipe en de tweede visie vanuit een cognitief perspectief. Alhoewel de twee theorie?n zeer verschillend zijn, vullen ze elkaars gebreken goed aan.

Deze bevindingen geven aan dat fysieke aantrekkelijkheid een belangrijke rol speelt in het dagelijks leven. De schoonheid van een individu bepaalt niet alleen veel gedrag en beslissingen van de omringenden, maar ook die van de eigenaar zelf. Gezien de consequenties die het met zich meebrengt, past schoonheid eigenlijk niet in de tegenwoordige samenleving, waarin democratie een uitgangspunt is.

Allesomvattend kan men stellen dat schoonheid een wreed, maar desalniettemin zeer machtig wapen is.